peulen, erwten en capucijners
Om misverstanden te voorkomen: “peultjes”
zijn geen jonge doperwten! Bij alle doperwten
is de vruchtwand van de peul perkamentachtig
hard en onverteerbaar, ook na
lang koken. Eetbaar zijn alleen de “gedopte”
zaden. Er zijn stam- en rijs-erwten. De
rijssoorten vormen ranken en moeten met
gaas of met rijshout in hun groei worden
gesteund en geleid worden. Stamsoorten
daarentegen worden niet hoog, groeien
als een soort struik. Ook onderscheidt men
“rondzadige” en “kreukzadige” soorten.
Rondzadige doperwten kiemen beter bij
vroegere uitzaai. Rondzadige erwten zijn
geschikt voor snert / erwtensoep. De kreukzadige
zijn dus wat vorstgevoeliger, maar
wel weer duidelijk wat zoeter van smaak.
Voorzaaien onder glas vanaf half januari
voor een vroege oogst. Voorgezaaide planten
afharden en eind maart uitplanten. In de
volle grond op regels zaaien voor een latere
oogst op regels van 40 cm met om de 10 cm
een erwt. Uitzaai in mei is nog mogelijk en
afhankelijk van niet al te warm weer.

Toont alle 10 resultaten
Toont alle 10 resultaten